Er was eens....

Er was eens hier heel ver vandaan een heel groot bos. En in dat hele grote bos stond een hele dikke boom. En in die hele dikke boom zat een heel klein deurtje. En op een dag ging het deurtje open en wie kwam er naar buiten?

Het was al dagen heel onrustig in het grote bos. Het bos was heel groot en er stonden heel veel bomen. De ene boom was dikker dan de andere boom en sommige bomen waren hoger dan andere bomen. er waren kale bomen en er waren mooie volle bomen met groene takken vol vogeltjes en eekhoorntjes. Er waren ook bomen zonder takken. Kromme bomen, scheve bomen, oude bomen en jonge bomen. Maar er waren niet alleen maar bomen in het grote bos.

Nee, er waren ook dieren. Heel veel dieren. Zo was er de grote wijze uil Oehoe. Oehoe was de bewaker van het bos en wist alles van iedereen. Met zijn grote blauwgroene vleugels vloog hij hoog over de bomen en kon alles in de gaten houden.

Maar op een dag zag hij iets wat hij nog nooit had gezien. Hij dacht dat hij het bos wel heel goed kende, maar dit was voor Oehoe helemaal nieuw. Er stond bijna aan de rand van het grote bos een hele dikke boom. Nee, het was niet zomaar een dikke boom. Het was een hele dikke boom. Zo'n dikke boom had Oehoe in zijn hele leven nog nooit gezien.

Maar er was meer, veel meer. Boven in de boom verscholen tussen de groene takken zat een heel klein raampje en onderin de boom zat een heel klein deurtje. Oehoe was helemaal van slag. Hoe kon het dat hij deze boom nooit eerder had gezien? Het was een groot raadsel. En welk dier zou er in die boom wonen?

Oehoe

Oehoe had het de volgende dag erg druk. Hij was de grote baas in het bos en moest alle dieren in bescherming nemen tegen onverwacht gevaar. Er zou wel eens een heel gevaarlijk dier in de dikke boom kunnen zitten. Hoe moest hij dit gaan aanpakken? Hij wist het echt niet. Hij zou alle dieren kunnen vragen zich te verzamelen op de grote open plek in het bos. Dit was de plek waar iedereen altijd samen kwam als er een belangrijke gebeurtenis was. Dit kwam niet heel vaak voor in het grote bos, want alle dieren leefden heel vredig met elkaar. Toch was dit wel een belangrijke gebeurtenis dacht Oehoe en hij ging gelijk een toespraak voorbereiden. Dit moest hij heel goed doen, want alle dieren keken tegen hem op. In ieder geval moest Oehoe er voor zorgen dat niemand naar de boom zou kunnen gaan. Stel je voor dat dat deurtje ineens open zou gaan. Hij moest er niet aan denken dat er plotseling een grote enge vuurspuwende draak uit zou komen. En wat dan? Dit zou verschrikkelijk zijn voor allen in dit mooie vredige grote bos. En toen....
kreeg Oehoe een geweldig idee. 

Oehoe dacht bij zich zelf dat het het beste was alle dieren uit de buurt van de dikke boom te houden. Maar hoe moest hij dat gaan aanpakken? Als er inderdaad een vuurspuwende draak in de boom zou zitten, dan was iedereen in het grote bos in gevaar.
Oehoe zat te denken en te denken, toen hij ineens een stemmetje hoorde. Het was Sammie de schildpad. Oehoe, Oehoe, schreeuwde hij heel hard. " Ik was met mijn ochtendwandeling bezig en ben voor het eerst naar de rand van het bos gelopen. Ik was daar nog nooit geweest en ik heb iets heel bijzonders ontdekt. Er staat daar een hele dikke boom, niet een hele maar een hele dikke boom. Ik heb nog nooit in mijn leven zo'n dikke boom gezien. En wat helemaal bijzonder was, er zit een deurtje in de boom. Een deurtje Oehoe, een deurtje in een boom" " Ssssssssst" fluisterde Oehoe, " niet zo hard schreeuwen Sammie,
niemand mag het weten. Ik heb de boom ook gezien en het is inderdaad heel bijzonder.
Laten we het geheim houden en zorgen dat de dieren in het grote bos daar uit de buurt blijven. Misschien zit er wel een grote draak in de boom die ons allemaal wil gaan aanvallen."