De wanhoop nabij

Voor haar stond een giraffe, maar het was niet een gewone giraffe, nee het was een hele grote giraffe. Zijn nek was ook veel langer dan een gewone giraffe. Moest ze nu bang zijn voor dit grote dier? Dacht ze, hij keek best vriendelijk uit zijn ogen. "Ook van die heerlijke bladeren gegeten zie ik", zei de grote giraffe. "Er is iets heel vreemd aan die bladeren, je wordt er heel groot van." "Ja," zei Chelsi, ze was heel erg opgelucht dat de giraffe niet gevaarlijk was en dat ze niet meer alleen was. Ze vroeg, "maar wie ben jij en woon je in dit bos?" "Dat is een lang verhaal konijn." Hij ging er bij zitten en begon te vertellen dat hij heel lang geleden in het sprookjesbos woonde en dat het verhaal ging in de familie dat in het naastgelegen bos hele grote, maar ook hele lekkere bladeren groeiden en dat hij zijn familie wilde verrassen met deze lekkernij. Op een dag had hij de stoute schoenen aangetrokken en was hij afgereisd naar dit bijzondere bos. De verhalen gingen ook dat dit bos het enge bos werd genoemd en dat er hele grote dieren woonden. Hij vertelde dat hij van plan was heel snel wat bladeren mee te nemen endan weer snel terug naar huis te keren. Helaas was alles anders gelopen en is hij eerst van die bladeren gaan eten. Die waren zo lekker, dat hij bleef eten en daarna in slaap was gevallen. Toen hij heel veel later wakker werd, was hij er tot zijn grote schrik achter gekomen dat hij was veranderd in een reuzengiraffe. Chelsi vertelde dat het bij haar op dezelfde manier was gegaan en het was nu wel duidelijk dat die bijzondere lekkere bladeren de oorzaak zijn van dit alles. "Ik durfde niet meer terug," vervolgde hij zijn verhaal. "Hoe moest ik verder leven in het sprookjesbos tussen mijn familie? Ik pas niet meer in ons huis en ik kom met mijn lange nek ver boven het bos uit." "Maar heb je nog andere dieren gezien uhhhh...?" "Zeg maar Opa, Opa Giraffe, zo noemde iedereen mij altijd. Ja, ik heb ook andere dieren gezien, ze zijn allemaal ook heel groot, maar helemaal niet aardig. Sommigen zijn zelfs heel gevaarlijk. Het is een geluk bij een ongeluk dat jij ook van de bladeren hebt gegeten, anders was jij hier niet veilig als klein konijntje. Er is zelfs een leider van deze groep, die ben ik tegen gekomen en volgens mij is hij knettergek. Hij zei dat ik hier de rest van mijn leven moest blijven en dat ik de gele bessen nooit zou gaan vinden." "Gele bessen? Was je op zoek naar gele bessen?" vroeg Chelsi. "Nee, helemaal niet, ik wist niet eens dat er gele bessen bestonden, maar hij bleef maar zeggen dat ik ze nooit zou vinden en hij lachte mij heel hard uit, het was echt een hele vervelende mol." "Een mol???Zei je een mol???" Toen vertelde Chelsi haar verhaal, dat die nare mol haar in de maling had genomen en dat er helemaal geen bijzondere wortels groeiden in het bos. Chelsi en Opa bleven lang praten over het enge bos en over hoe het nu verder moest. Opa Giraffe had zich al lang neer gelegd bij het feit dat hij voor altijd in het enge bos zou blijven wonen, maar Chelsi wilde maar wat graag weer naar huis. Maar zou haar moeder nog wel van haar houden als ze zag dat haar kleine meisje een reus was geworden? Ze werd bij deze gedachte heel verdrietig en begon te huilen. Grote tranen liepen er over haar wangen, nee niet zomaar grote tranen. Haar tranen waren zo groot, dat haar voeten in een groot tranendal stonden. "Niet huilen lieve Chelsi," zei Opa troostend. "Houd je groot, je moet je neer leggen bij je lot, er is geen weg meer terug. Je zal net als ik hier eeuwig moeten blijven. Een schrale troost, we zijn samen, dat is altijd nog beter als alleen." Nee dacht Chelsi, dat kan ik niet. Hier blijven? Zonder mijn lieve moeder en al mijn vriendjes? Nee, dat nooit. Hoe lief Opa ook was, ze moest naar huis. Maar hoe???Hoe???

In zijn boom zat Scheurjas peinzend aan zijn tafeltje, hoe moest hij dit gaan aanpakken? Het was allemaal makkelijker gezegd dan gedaan. Volgens Stijn Bosarend waren de dieren in het enge bos heel groot en zagen ze er gevaarlijk uit. Hoe moest hij zich als kleine kabouter verdedigen tegen grote gevaarlijke dieren? En wat had hij allemaal nodig? Misschien had hij wel een touw nodig om zich op te kunnen trekken, brandende fakkels om de dieren op afstand te houden, eten om te overleven en natuurlijk warme kleding om de koude nachten door te komen. Maar waar moest hij al die spullen vandaan halen? Zou Hans Wolf hem kunnen helpen? Die was tenslotte gewend te klussen in het bos. Ja, dacht Scheurjas, dat is een goed idee. Ik ga naar Hans. Toen hij buiten kwam zag hij een tas staan voor de boom. Wat was dat nou? dacht hij en nieuwsgierig en maakte hij hem open. Hij kon zijn ogen niet geloven, in de tas zat een lang touw, fakkels, vuursteentjes en warme truien. Hij begreep er niets van, alles wat hij nodig had stond voor zijn deurtje. Het leek wel een sprookje. Nu hij alles had kon hij aan zijn lange reis beginnen. Hij ging naar zijn laatje, pakte nog een extra voorraad mutsjes en ging naar buiten. Hij trok het deurtje dicht en zei: "dag boom, tot snel" en hij draaide zich om op weg naar de open plek. "Scheurjas!!! Scheurjas!!! Oh gelukkig je bent er nog. Ik was bang dat je al weg was." Het was Judith die kwam aangerend. "Ik heb lekkere wortelkoekjes voor je gebakken voor onderweg. Oh Scheurjas, je bent een held. Beloof je mij dat je terugkomt met mijn kleine meid Scheurjas?" "Dat beloof ik Judith" zei Scheurjas. "Maak je geen zorgen, ik kom terug met Chelsi, maar nu moet ik echt gaan." En na een emotioneel afscheid verdween Scheurjas naar de open plek. Daar aangekomen stond iedereen te wachten om hem uit te zwaaien. "Scheurjas spring maar op mijn rug, dan breng ik je er naar toe," zei Stijn Bosarend. "Oh wat aardig Stijn" en hij nam plaats op zijn rug. Met een enorm lawaai van de klapperende vleugels en op de achtergrond luid gejuich, steeg Stijn op en begon Scheurjas aan een nieuw avontuur. De reis verliep vlot en al snel vlogen zij boven het enge bos. "Zet mij hier maar af Stijn!" riep Scheurjas en Stijn begon de landing in te zetten. Maar uit het niets kwam er een hele dikke mist en Stijn zag geen hand meer voor ogen. "Hou je goed vast Scheurjas, ik zie niets meer, ik ga proberen op een tak te landen." Scheurjas hield zich krampachtig vast, maar door de schokkende bewegingen van Stijn kon hij het niet meer houden en gleed van zijn rug. Met een harde gil stortte Scheurjas in de diepte. "Neeeeeee!!! Neeeeeeeeeee!!! Scheurjas, niet vallen, neeeeeee!!!" Maar het was al te laat, Scheurjas was verdwenen in de dichte mist. Stijn zocht een plek om te landen, maar moest het op gevoel doen. Hij zwenkt naar rechts, hij zwenkt naar links en toen..........BOEM!!!!!!

In het sprookjesbos zat iedereen in spanning, zou Scheurjas met Chelsi terugkeren of??? Niemand wist het, jaren geleden was Opa Giraffe ook niet teruggekeerd uit het enge bos. De familie giraffe stond te huilen op de open plek, dit wilden ze niet nog een keer meemaken. Arme Judith dachten ze, de kans dat ze Chelsi nog terug zou zien was heel klein. Maar Judith klampte zich vast aan de woorden van Scheurjas, had hij haar niet beloofd dat hij Chelsi zou terug brengen? Deze wijze kabouter kwam zo zelfverzekerd over, hij zou zich vast wel redden. Oehoe had weinig hoop op een goede afloop, dat enge bos zat vol mysterieuze geheimen en niemand wist precies wat zich daar afspeelde. Oehoe probeerde iedereen moed in te spreken in afwachting van Stijn Bosarend. Ze stonden allen in de lucht te turen, hij moest nu elk moment gaan landen. Maar ze wachten en wachten en wachten, maar geen Stijn Bosarend. Oehoe had hier geen goed gevoel bij en werd erg ongerust. Dit zag er niet goed uit, en alle dieren kregen een naar voorgevoel. Zou Stijn ooit nog terug komen? Én Chelsi? En Scheurjas? Het werd voor iedereen tijd om naar huis te gaan om te gaan slapen. Lekker slapen zat er niet in voor de dieren. In elk huisje lagen ze te woelen in hun bedje en anderen lagen de hele nacht wakker. De familie Giraffe lag tegen elkaar aan en probeerden troost te vinden en Judith, ach Judith was ontroostbaar en lag de hele nacht te snikken, ze zag haar lieve dochter voor haar, hoe ze zat te smullen van de wortelgerechten met die sprankelende oogjes. Oh Chelsi, dacht ze, kom alsjeblieft snel naar huis, ik mis je en kan niet zonder jou. Alsjeblieft schatje, kom thuis. Judith was zo verdrietig en huilde de hele nacht door. De volgende morgen was iedereen weer bij elkaar op de open plek en er werd druk gepraat. Velen hadden een gevoel van schaamte, dat ze niet met Scheurjas durfde mee te gaan. Ze wilden alsnog gaan om Chelsi, Stijn en Scheurjas te gaan redden, maar daar stak Oehoe een stokje voor. "Dat gaat niet gebeuren," zei hij. "We zijn er nu al vier kwijt, het mag niet nog erger worden, het is daar te gevaarlijk. Ik waardeer het zeer dat jullie zo dapper zijn, maar hier kan ik geen toestemming voor geven. Vanmiddag komen we op deze plek weer bij elkaar en dan zullen we stil staan bij deze helden die we helaas nooit meer zullen terug zien. Met gebogen hoofd en tranen in de ogen verliet men de open plek. De hele morgen was iedereen verdrietig en was men aan het huilen. Men zocht troost bij elkaar, dat was het enige wat ze konden doen. Bij de grote vijver zat Tulpje met de kikkers Orrie en Morrie en Carola Haai te praten. Wat zullen we die lieve Scheurjas missen in ons bos zeiden ze tegen elkaar. Het zou nooit meer hetzelfde zijn in Het grote sprookjesbos Die middag waren ze weer op de open plek aanwezig. Oehoe had veel moeite met zijn toespraak, hij vocht tegen zijn tranen en zocht naar de juiste woorden. Hij zei dat iedereen Chelsi, Stijn en Scheurjas voor altijd in gedachten moesten houden, nel als ze dat in het verleden hadden gedaan met Opa Giraffe. Aan het einde van de toespraak bracht Evert Olifant nog een serenade. Dit keer was het niet vrolijk en hij danste er ook niet bij. Nee, dit keer klonk het heel droevig, het klonk zo droevig dat ze allemaal moesten huilen. Iedereen keerde weer terug naar huis en allen hadden dezelfde gedachte, het zou nooit meer hetzelfde zijn in het grote sprookjesbos.