Gele bessen

Scheurjas hing ondersteboven aan een tak, hij had een behoorlijk diepe val gemaakt en was gered door zijn jas, er zat wel een flinke scheur in, maar hij leefde nog. Maar hoe zou het met Stijn zijn? Dacht hij, die kon niets meer zien door die mist. Zou hij wel veilig geland zijn? Een paar takken boven Scheurjas lag Stijn op een tak met heel veel grote bladeren, hij was ongedeerd door al die zachte bladeren die zijn val hadden gebroken. "Scheurjas, Scheurjas ben je daar?" riep Stijn naar beneden. "Ja Stijn, ik ben hier en het gaat goed met mij, ben jij ook nog heel?" "Ja Scheurjas, ik heb niets gebroken, kan je naar boven klimmen?" Scheurjas had door heen en weer te zwaaien kans gezien een tak te grijpen en klom heel behendig naar boven. Stijn moest even lachen, Scheurjas was bij de val zijn puntmuts verloren en Stijn zag voor het eerst zijn kale bolletje. Scheurjas haastte zich een nieuwe muts te pakken uit zijn tas, die hij stevig aan zijn lichaam had vast gesnoerd. Hij voelde zich nooit op zijn gemak zonder zijn muts, die hoorde gewoon bij hem. "Scheurjas, dit zijn toch die bladeren die zo lekker moeten zijn? Ik ga er gelijk van proeven, ik heb best wel honger gekregen van die noodlanding." En hij nam meteen een grote hap. "Ooh ooh Scheurjas, mmmmmmmmm dit is lekker, ik heb nog nooit in mijn leven zulke lekkere bladeren gegeten. Mmmmmmmmmmm." Scheurjas had ook wel honger en nam een klein hapje. "Je hebt gelijk Stijn, dit zijn overheerlijke bladeren, mmmmmmmmm, dit smaakt echt goed." Stijn en Scheurjas konden er niet genoeg van krijgen en aten samen de hele tak leeg. Het viel wel heel zwaar op de maag en ze besloten even een tukje te gaan doen. En het duurde niet lang of ze lagen allebei hard te snurken, Chelsi werd moed ingesproken door Opa Giraffe. Hij begreep haar wel, als je te horen krijgt dat je voor altijd in het enge bos moet blijven dan moet je dat even verwerken en dat gaat niet zomaar, nee dat kost tijd. En tijd was er genoeg in dit bos. "Sssssst hoor jij dat ook Opa?" vroeg Chelsi. "Wat moet ik horen Chelsi? Mijn oren zijn al oud, ik hoor niet zo goed meer." "Hoor je dat echt niet? Het lijkt wel of iemand een boom aan het omzagen is en het komt van die boom." Ze rende naar de boom toe en het geluid werd luider. Het was inderdaad het geluid van zagen. Ze had vaak staan kijken naar Hans Wolf als hij aan het werk was en takken van de bomen stond af te zagen en dit was hetzelfde geluid. ZZZZZZZZZZZZZZZ, het kwam van de bovenste takken van de boom, maar hij was zo hoog dat ze niets kon zien. Maar wat was dat nou? Dat was niet mogelijk, dat kon niet of toch wel? Ze raakte helemaal opgewonden van blijdschap, was het echt waar? Was het echt wat ze zag? 

Ja, het was ongelooflijk, daar onder aan de boom lag een klein rood mutsje en dat mutsje kon alleen maar van Scheurjas zijn, Chelsi sprong in het rond van blijdschap, ze kon het bijna niet geloven. "Opa, Opa, daar boven in de boom zit Scheurjas !!!" Opa Giraffe kwam naar Chelsi gelopen en vroeg, "Scheurjas, wie is Scheurjas?" "Scheurjas is een heel lief klein kaboutertje en hij zit in de boo..............Op dat moment begon de boom angstaanjagend te kraken en met een verschrikkelijk harde KRAK brak de tak waar Scheurjas op lag te slapen in twee stukken en viel hij met een enorme smak op de grond naast Chelsi. "Noem jij dat klein?" vroeg Opa, "Dat is net zo'n reus als wij." En inderdaad, daar op de grond lag niet de kleine kabouter Scheurjas zoals Chelsi hem kende, nee, op de grond lag een reus van een kabouter. "Oh Scheurjas, heb jij soms van die lekkere bladeren gegeten? Dan heb je nu hetzelfde probleem als wij. Maar hoe ko......"..

...verder kwam Chelsi niet, want er brak een tweede tak af in de boom en even later lag Stijn naast Scheurjas op de grond. "Stijn jij ook hier?" vroeg Chelsi en zo te zien vond jij de bladeren ook lekker." Voor haar lag een enorme grote vogel, Stijn en Scheurjas waren nu ook reuzen geworden. " Welkom bij de club," zei Opa en hij moest een beetje lachen. "Als de situatie niet zo ernstig was, dan was het bijna grappig," zei hij. Maar even serieus, die bladeren hebben ons grootgemaakt, maar hoe worden we weer klein?" Scheurjas lag nog steeds op de grond en keek vol verbazing naar dat enorme konijn. "Ben jij Chelsi ?Ben jij dat schattige kleine pluizige konijntje Chelsi ?" "Ja Scheurjas, dat ben ik, alleen ben ik niet meer zo schattig klein en pluizig." En ze vertelde hoe dom ze was geweest naar dit bos te gaan voor die bijzondere wortels die achteraf helemaal niet bestonden. Scheurjas vertelde aan Opa dat zijn familie hem nog elke dag miste en toen kwam er een dikke traan van Opa zijn wang biggelen. Hij probeerde zich groot te houden, maar ze hadden de traan allemaal gezien. Maar nu was de grote vraag: Hoe werden ze weerklein? Stijn moest ineens denken aan een verhaal van zijn opa en oma. Zij hadden het wel eens gehad over reuzen die daar zouden wonen, maar zij dachten dat het een fabeltje was en er werd altijd hard om gelachen als dat verhaal weer eens de ronde deed. Maar ook al was het onzin, er zou een middeltje zijn om weer klein te worden vertelde Stijn aan het gezelschap. "Maar wat voor middeltje dan?" Vroeg Scheurjas, dat zou de oplossing zijn om weer normaal te worden en dan kunnen we weer allemaal naar huis." "Nee Scheurjas," zei Stijn. Het is zo'n flauwekulverhaal, het is de moeite niet waard. Een paar gele bessen eten en je bent weer klein ha ha ha, om je rot te lachen." GELE BESSEN??? Riepen Opa en Chelsi in koor. GELE BESSEN??? Daar had de mol het toch over?" "Ja en hij zei dat ik ze nooit zou vinden." "Wie is de mol?" vroeg Scheurjas. "Ja zei Opa goede vraag.................WIE IS DE MOL??


"Wie is de mol?" vroeg Scheurjas. "Een gek," zei Chelsi. "Een onbetrouwbare gek is het." En ze werd weer boos, "hij heeft mij in de maling genomen, er bestaan helemaal geen bijzondere wortels en hij liet mij verdwalen in dit enge bos." "Zoeken jullie de mol?" Achter de boom stond een grote pinguïn. "Hallo daar, ik ben Niyereth en wie zijn jullie?"Niyereth vertelde dat ze had meegeluisterd van achter de boom en dat ze graag wilde helpen. Zij kon de weg wijzen naar de gele bessenstruik, maar die weg was niet zondergevaar. Ze vertelde dat de mol de leider was van een gemene groep dieren die de gele bessenstruik bewaakten. "Er zijn in dit bos gemene dieren en lieve dieren en ik ben de baas van de lieve dieren. Het bos is in tweeën gedeeld en wij laten elkaar met rust. Het probleem is dat de gele bessen alleen in het gebied van de gemene dieren groeien. Ik kan jullie er naar toe brengen, maar meer kan ik niet doen. Ik wil de vrede in dit bos in stand houden. Zou ik de bessen stelen, dan breekt er een oorlog uit en dat wil ik niet." "Dat begrijpen we Niyereth," zei Scheurjas. "Het is al heel lief dat je ons de weg wil wijzen, wij gaan het verder zelf oplossen." "Maar" wilde Chelsi weten, "willen de dieren in dit bos niet weer klein worden en jij ook?" Niyereth legde uit dat zij al heel lang van de bladeren aten en dat het sap van de gele bessen dan niet meer werkte, maar als je maar even van de bladeren hebt gegeten, dan kan het sap je weer naar normaal formaat brengen. En zo volgden ze deze lieve pinguïn door het enge bos naar de plek van de gele bessenstruik. Toen ze er bijna waren, namen ze afscheid van Niyereth en begonnen een plan te maken. Ze spraken af dat Stijn de omgeving zou observeren van uit de lucht en dan verslag zou komen brengen. Stijn vloog een tijdje door de lucht en toen hij terug kwam vertelde hij wat hij had gezien. Er stond een hele grote struik met heeeel veel gele bessen, dat was het goede nieuws. Het slechte nieuws was dat er een aantal dieren om heen stonden, die niet bepaald vriendelijk uit hun ogen keken. Deze dieren zagen er ook anders uit dan normale dieren, ze waren niet alleen heel groot, nee ze hadden ook twee hoofden en heel veel tanden. Scheurjas had een plan uitgedacht dat hij samen met Chelsi en Stijn zou uitvoeren. Opa zou op de uitkijk gaan staan en Chelsi moest de enge dieren weglokken. Scheurjas zou dan aan het lange touw aan Stijn gaan hangen en als hij dan boven de struik hing, kon hij de gele bessen plukken. En zo verdween Stijn met aan zijn poten het touw met kabouter Scheurjas er aan de lucht in. Chelsi ging onverschrokken recht op de enge dieren af en riep: "Mol zit vast in een molshoop en heeft mij gevraagd jullie te halen om hem er uit te trekken, help, help!!! De enge dieren moesten lachen, hun leider de mol vast in een molshoop? Dat was wel erg grappig. Ze waren het een beetje zat geworden om altijd voor de mol klaar te moeten staan en zijn bevelen op te moeten volgen. Maar hij was nu eenmaal de leider, dus gingen ze mee met Chelsi. "Waar dan?" Vroegen de enge dieren. Chelsi zei: "nog een paar stapjes naar rechts, daar zit mol" De enge dieren deden nog een paar stapjes naar voren en zagen niets en toen ze zich vragend omdraaiden, was Chelsi verdwenen. Scheurjas bengelde aan het touw hoog boven de gele bessenstruik, toen plotsklaps het touw brak. Dit touw was bedoeld voor een klein licht kaboutertje en niet voor een grote zware kabouter. Scheurjas maakte een vrije val en voor de tweede keer die dag maakte hij een harde smak, dit keer bovenop de struik. De smak maakte zoveel kabaal, dat de enge dieren het konden horen en in vol galop met de gevaarlijke tanden bloot stormden zij rechtsomkeert op de bessenstruik af. Scheurjas hoorde ze aankomen en moest snel iets verzinnen, maar wat? Deze drie gevaarlijke monsters waren iets te veel voor hem alleen. Als hij nu niet snel met een goed plan zou komen, dan zou het te laat zijn. In de verte zag hij ze al en ze kwamen steeds dichterbij. Scheurjas begon het nu wel warm te krijgen en begon steeds meer te beseffen, dat hij in groot gevaar was. Wat nu??