Wat is dat nou?

Het duurde zeker een uur voor Oehoe klaar was met zijn verhaal en hij had zeker indrukgemaakt bij het aanwezige gezelschap. Er gingen kreten door de lucht van aaahhhhh en oooohhh, het was ook niet zomaar iets wat Oehoe had verteld. Een hele dikke boom en een kabouter er in? Het was bijna niet te geloven wat de dieren allemaal hoorden. Ze waren in ieder geval allemaal meteen wakker. Wat een verhaal, een kabouter? Niemand wist wat een kabouter was, ja, een klein mens. Maar wat was precies een mens? Het was voor iedereen abracadabra. Maar nieuwsgierig was iedereen wel geworden, nu wilden ze die geheimzinnige kabouter wel eens echt zien. Maar waar was hij dan vroeg men zich af. Oehoe zei dat Scheurjas onderweg was naar de open plekken dat hij er elk moment kon zijn. Opgewonden hielden alle dieren de adem en er viel een grote stilte, je kon zelfs het water van de grote vijver horen kabbelen. En toen hoorden zij het kraken van takjes op de grond..  Daar was hij dan, iedereen keek zijn ogen uit. Zoiets hadden ze nog nooit gezien. "Hallolieve allemaal," zei Scheurjas. "Ik heb er lang naar uitgekeken jullie te ontmoeten. Ik wil alles van jullie weten en dikke vrienden worden. Ik wil een persoonlijk gesprek met iedereen en wil weten hoe het is om in dit mooie sprookjesbos te wonen. Als er dierenzijn met wensen of problemen hebben, wil ik graag helpen en een oplossing zoeken. Zo gaat dat ook in de grote mensenwereld en dat is in ieders belang."

Alle dieren vonden Scheurjas meteen heel aardig en luisterden met open mond en gespitste oren. Wat was hij wijs en wat kon hij mooi en duidelijk vertellen. Apie Japie hing aan de onderste tak van een boom en had goed geluisterd naar Scheurjas. Hij zat te denken of hij problemen had, maar kon zo snel niets bedenken. Eigenlijk was hij best gelukkig. Hij speelde graag in de bomen en kon zich makkelijk tussen de takken verstoppen als hij even rust wilde en het was heerlijk om te slingeren van tak tot tak. En niet zo ver van zijn huisje vandaan groeiden sappige bananen. Nee, Apie Japie had best wel een fijn leventje. Scheurjas zei tegen de dieren dat alles mogelijk was in een sprookje en dat ze alles konden vragen. Hij schreef alle wensen en probleempjes op ineen boekje. Hij nam voor iedereen ruim de tijd. Toen kwam hij in gesprek met Tulpje de zebra en zij vertelde dat zij in een hangmat sliep. Deze was gespannen tussen twee bomen, maar heel moeilijk bereikbaar. Er lagen overal takken. Dikke takken, dunne takken, takken die schuin omhoog stonden en ook takken met scherpe punten. Tulpje moest zich elke avond door deze wildernis ploeteren en deed zich heel vaak pijn. Dan lag ze bijna de hele nacht over haar voetjes te wrijven en kon heel slechtslapen. Scheurjas had echt te doen met deze lieve zebra en hij zag zelfs traantjes in haar mooie ogen. Tulpje was echt heel verdrietig. Tulpje dacht bij zich zelf, wat een lieve kabouter is die Scheurjas. Er had nog nooit iemand op deze manier naar haar geluisterd. Wat een schat. Toen Scheurjas alle dieren had aangehoord, kon het feest beginnen. En wat voor een feest. Er werd gelachen, gezongen en gedanst. Er was zelfs een sensationeel optreden van Evert Olifant, hij bracht een prachtig trompetgeschal ten gehore en werd beloond met een staande ovatie van alle aanwezigen. Ans Gans kwam Scheurjas persoonlijk begroeten, ook zij vond Scheurjas een aanwinst voor het bos. Daarna hebben alle dieren Scheurjas toe gezongen en hij was zichtbaar ontroerd. Wat een lieve dieren wonen er hier in het bos. Hij gaf na het feest nog een korte toespraak: "ik heb jullie aangehoord en heb alles in mijn boekje geschreven. Ik ga nu terug naar mijn boom en ga alles nog eens rustig nalezen. Ik beloof jullie dat ik heel veel zaken ga oplossen, dat is mijn taak en daarom ben ik in jullie bos terecht gekomen. Ik wil iedereen bedanken voor de hartverwarmende ontvangst en heel graag tot de volgende keer." En hij verdween op de krakende takjes tussen de bomen. Het was een lange dag geweest en iedereen ging naar huis met een voldaan en tevreden gevoel. Elk dier had dezelfde gedachte, met deze kabouter Scheurjas zouden ze nog veel avonturen beleven. 

Terug in zijn boom nam Scheurjas plaats aan zijn houten tafeltje en boog zich over zijn boekje. Elke bladzijde stond vol geschreven met wensen van de dieren, maar wat in Scheurjas zijn hoofd was blijven hangen was het hartverscheurende verhaal van Tulpje. Hier moest zo snel mogelijk wat aan gedaan worden. Ze had verteld dat ze slecht sliep omdat ze bijna de hele nacht over haar pijnlijke voeten lag te wrijven. Al die vreselijke takken moesten worden opgeruimd en dan kon er een mooi paadje aangelegd worden, zodat Tulpje met het grootste gemak haar hangmat kon bereiken en dan zou ze een ongestoorde nacht beleven zonder pijnlijke voetjes. Wat zou dat geweldig zijn. Maar welke dieren zouden deze klus kunnen klaren? Hij dacht meteen aan Evert Olifant, die was sterk en zou vast wel die zware takken kunnen verplaatsen. Een grote lange geeuw was voor Scheurjas het teken om naar zijn bedje te gaan. Het was een hele gezellige, maar ook een vermoeiende dag geweest en het was best al laat. Toen hij lekker in zijn bedje lag, viel hij gelijk in slaap en hij begon heerlijk te dromen. De volgende morgen was Scheurjas al vroeg wakker en deed meteen zijn deurtje open. De eerste warme zonnestralen schenen al naar binnen en hij genoot van het moment. Het was heerlijk wonen in deze boom aan de rand van het bos en het was altijd sprookjesachtig weer. Regen, sneeuw, storm, dat bestond niet in het grote sprookjesbos, dat was een groot verschil met de grotemensenwereld. Even kreeg Scheurjas een binnen pretje, stel dat het ineens zou gaan stormen en regenen, dat kende niemand van de dieren. Hoe zouden ze reageren als dat ineens zou gebeuren? In een sprookje was tenslotte alles mogelijk en het hele verloop van het sprookje lag in de handen van de schrijver die zat alles te bedenken. Nu kende Scheurjas deze schrijver redelijk goeden wist dat Lex geen nare dingen zou laten gebeuren en dat hij het hart op de juiste plaats had. Maar dacht Scheurjas, af en toe een grapje zou geen kwaad kunnen. Wat er ook uit Lex zijn pen zou vloeien, het zou ieder in het bos verbazen, zoveel gebeurde er immers niet. Maar zelfs Lex wist niet wat er ging gebeuren en elke dag was hij verrast wat hij opschreef. Scheurjas ging naar buiten en ging op zijn bankje voor de boom zitten. Het zonnetje scheen weldadig over hem heen en hij sloot heel even zijn ogen om te genieten. Hij zatte denken wat een drukke dag het zou gaan worden en dat hij moest overleggen met Oehoe en Evert. Ja, hij moest nu echt gaan, want er moest nog heel veel worden gedaan. Hij krabbelde overeind en toen........ zag hij iets wat hij nog nooit in zijn hele leven had gezien.